“Ik was de hele week ziek. Ik heb twee dagen gewerkt, maar verder vooral in bed en op de bank gelegen. Dus ik kan momenteel niet zeggen dat ik me zonder alcohol nou veel fitter voel …

Ik merk wel verschil tussen hoe moeiteloos mijn man de alcohol laat staan en hoe het mij vergaat. Vorig weekend had ik het erg druk. Dan gaat het van een leien dakje. Maar als dat niet zo is, vind ik het lastiger dan hij: ik denk er meer aan. Toen ik een avond een lekkere visschotel in de oven had staan, zei ik: ‘een wit wijntje zou hier wel erg lekker bij zijn. Het stáát in de kast …’ Hij zegt dan: ‘Praat er nou gewoon niet over, dan denk je er ook niet aan.’ Maar daarin verschillen we. Ik heb misschien een zwakkere geest. Dat ik het lastig vind, komt niet zozeer doordat het nu niet mág, maar vooral door de gewoonte – precies waar de uitdaging over gaat. Eén patiënt zei: ‘Oh, één maand? Makkie!’ Ik was bijna beledigd, haha. Het kost me toch net wat moeite.

Komend weekend wordt niet zo moeilijk: mijn man is dan weg en heb ik ook geen sociale afspraken staan, behalve twee lunchafspraken met een paar vriendinnen. In het eerste groepje drinkt niemand veel. In het andere zou iemand een wijntje kunnen bestellen, maar er komen er denk ik veel met de auto. Ik ook, trouwens.

Als ik rij, drink ik sowieso niet, ook niet één glas. Niet zozeer uit principe, maar vooral omdat ik dan gefocust wil zijn – ik ben niet zo’n ervaren chauffeur, dus dan zou ik niet relaxed rijden. Dat is voor mij echt een grens.”

tekst: metgeenpen.nl